De Wielercode deel 3/6

sitelogohetiskoers# 6
Op de racefiets zal men altijd de juiste kledij dragen

6.1 Ga nooit op pad zonder helm.

6.2 Sokken zijn wit en niet te lang.

6.3 Enkelsokken zijn voor tennisvrouwen.

6.4 Nooit zal je zwarte sokken dragen, tenzij je uit Texas komt.

6.5 Nooit zal je met een symbolische trui rijden. Gele truien, groene truien, bolletjestruien, kampioenstruien, regenboogtruien… zijn voorbehouden voor renners die het hebben verdiend. Het is zeer aanmatigend om zo’n trui te dragen: ten eerste verdien je die niet en ten tweede maak je jezelf volkomen belachelijk als je met een slakkengangetje door de polder fietst of met moeite een helling oprijdt.

6.6 Merkentruien worden alleen gedragen door renners die voor dat team rijden en daar betaald voor worden. Indien je dan toch zo nodig een teamtrui wil dragen, dan moet de hele uitrusting passend zijn. Dus: geen Rabotrui met een broek van Quick Step en sokken van Sky. Ook zal je dan op het merk fiets van die ploeg rijden.

6.7 Een merkentrui is alleen toegestaan wanneer het gaat om een legendarisch merk uit het verleden [Molteni, Peugeot, Alcyon…]. Maar de trui moet dan wel van wol zijn en niet gemaakt uit synthetische rommel.

6.8 Draagt men een historische trui dan zal de rest van de kledij en het materiaal ook uit die periode komen. Een trui uit de jaren zestig is rijden op een fiets uit de jaren zestig!

6.9 Fietsbroeken zijn zwart.

6.10 Een gekleurde band op een fietsbroek is toegestaan mits de kleur past bij het shirt, maar zal altijd zwart zijn.

6.11 Schoenen zijn zwart.

6.12 Een zogenaamde camelback zal men nooit dragen.

6.13 Een trui zal aan het lichaam kleven: geen slobbertruien en wapperende broeken!

6.14 Truien in fluorgeel zijn voorbehouden voor Italianen.

6.15 Je zult nooit met een rugzak fietsen, tenzij men zich begeeft naar een wielerwedstrijd.

6.16 Het dragen van lange steunkousen kan echt niet.

6.17 In de winter mogen de kledingsvoorschriften aangepast worden aan de koude temperaturen.


# 7

Nooit zal men deelnemen aan toertochten die meer dan 3000 deelnemers toelaten.

7.1 Wil je een goed doel steunen doneer dan geld, ga niet met 10.000 man tegelijkertijd een berg in Frankrijk oprijden.

7.2 Als men dan toch aan een toertocht heeft deelgenomen zal met het startbewijs of nummer na het beëindigen van die toertocht onmiddellijk verwijderen. Iemand die met een startnummer van bv. De Ronde van Vlaanderen gesignaleerd wordt ergens in het midden van de zomer moet onmiddellijk worden terechtgewezen.

7.3 Je zult tijdens een toertocht nooit als een gek een helling oprossen om, eenmaal boven, af te stappen.

7.4. Je zult nooit stoppen om op het midden van de weg een boterham te eten. Eten doe je al rijdende, honger is geen reden om te stoppen.

7.5 Als je deelneemt aan een toertocht zul je geen banaan aan je frame vastplakken. In feite: zoiets doet men nooit!


# 8

Men zal nooit een bandana dragen – tenzij men Fransman is, dan mag het weer wel.


# 9

Haalt een groepje je in of haal je zelf een groepje in dan zul je je netjes voorstellen en beleefd vragen of je mag aansluiten.

9.1 Doe je deel van het werk.

9.2 In cauda venenum: blijf nooit achteraan hangen.

9.3 Indien je moeite hebt om het groepje te volgen dan laat je los. Het is geen schande als andere fietsers beter zijn, het is wel een reden om harder te trainen. Ga nooit tientallen kilometers in het wiel van iemand hangen die je heeft ingehaald, tenzij je je dus netjes hebt voorgesteld en met de toestemming dit te mogen doen. Maar dan nog zul je uit respect voor de andere fietser loslaten.

9.4 Volg altijd je rechte lijn.

9.5 Als je van richting verandert of afslaat wijs je de richting aan die je zult inslaan.

9.6 Obstakels, aankomende auto’s, paaltjes op de weg, putten in de weg zullen met luide stem aangekondigd worden.

9.7 Doe altijd je werk bij tegenwind.

9.8 Het overnemen van de koppositie gebeurt met een strikte regel. Hij die op kop rijdt doet teken dat hij zich wil laten afzakken. De tweede rijdt dan 100 meter door in hetzelfde tempo, zodat de renner die van kop af gaat rustig kan aanpikken bij de staart van de groep. Pas dan mag het tempo verhoogd worden. Dit zal gelijkmatig gebeuren en nooit met een ruwe versnelling.

9.9 Linkeballen doe je tijdens een wedstrijd, anders nooit.

9.10 Wie op kop rijdt heeft altijd gelijk.

# 10

Men mag een berg pas afdalen nadat men hem heeft opgereden.

10.1 Nooit zal men zich laten fotograferen terwijl men naast een bord staat met daarop de naam van een Col en de hoogte van die Col.

10.2 Men zal nooit halverwege een helling omdraaien en terugkeren. Eenmaal begonnen aan een klim zal men ook de top bereiken.

10.3 Eenmaal boven is, ter ere van Bahamontes, het eten van een ijsje toegestaan.

10.4 Op je schoenen gaan zitten, ook als Bahamontes, mag dan weer niet.

10.5 Men zal minimaal één keer in zijn leven een hongerklop krijgen in de bergen.